UniCom Oost

Loonwerk

Uitstel vanggewasverplichting tot 31 oktober

Uitstel vanggewasverplichting tot 31 oktober

Maistelers op zand- en lössgronden krijgen uitstel tot 31 oktober aanstaande van de vanggewasverplichting. Hier zitten wel consequenties aan. Zo moet het vanggewas binnen drie etmalen na de oogst worden gezaaid.

De korting op de stikstofgebruiksnorm voor mais, na het scheuren van grasland op zand- en lössgronden, wordt volgend jaar verder verhoogd. Dat gebeurt als extra stap om de waterkwaliteit te verbeteren, meldt landbouwminister Carola Schouten in een brief aan de Tweede Kamer.

De inzaaidatum van 1 oktober is vastgesteld ten behoeve van het voorkomen van uitspoeling van stikstof naar grondwater. Hoe later een vanggewas wordt ingezaaid, hoe minder het ingezaaide gewas nog tot groei kan komen en daarmee nog stikstof mee kan opnemen', stelt ze in de brief. Schouten roept ondernemers dan ook op om niet met de oogst te wachten tot vlak voor 31 oktober, maar het gewas van het land te halen zodra deze rijp is.

Grote gevolgen

De minister komt tot dit besluit, omdat ze ziet dat het in de praktijk zeer lastig is om tijdig maïs te oogsten als gevolg van de beschikbare capaciteit bij loonwerkbedrijven. Ook ziet ze dat de datum van 1 oktober ook in de handhaving grote gevolgen kan hebben voor individuele ondernemers. Overigens mag de maisteler als vanggewas ook een mengsel van verschillende gewassen telen.

Dat mengsel moet wel voor minimaal twee derde uit een of meer vanggewassen bestaan, die zijn toegestaan op basis van de Uitvoeringsregeling gebruik meststoffen. Een andere optie is volgens haar dat boeren de al bekende mogelijkheid hebben om op 31 oktober spelt, triticale, winterrogge, wintergerst of wintertarwe in te zaaien. Dat gewas blijft volgend jaar als hoofdteelt staan.

Negatief advies TCB

Schouten moest voor deze latere inzaaidatum verplicht de Technische Commissie Bodem (TCB) horen. Die adviseerde om geen uitstel te verlenen. De uitstel van tien dagen zou op natte zandgronden leiden tot een extra uitspoeling van circa 2,7 milligram nitraat per liter. Op droge zandgronden is dit zelfs pakweg 5,8 milligram.

Omdat bij de afweging ook de effecten van onrijpe mais op stikstof en klimaar meespeelt, heeft de minister ook de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM) om advies gevraagd.

Die stelt dat eventuele risico's bij het voeren van onrijpe mais kunnen worden ondervangen door structuurrijk voer te verstrekken. Ook is de voederwaarde van 1 of 2 weken eerder gehakselde mais niet altijd ongunstiger dan bij het hakselen op het juiste moment.

De commissie pleit er daarom voor om naar de toekomst toe over te stappen naar het hakselen van iets onrijpe mais, omdat hiermee het vanggewas meer tijd krijgt.

Bron: Nieuwe Oogst

Vorige artikel Maïszaaien onder stoffige omstandigheden
Volgende artikel MAIS HAKSELEN